Algra in de 21e eeuw: columnist.


Sekt of champagne
Opinie

Er zijn dingen die, hoewel verschillend, zo weinig onderscheid vertonen, dat ervan gezegd kan worden dat het “lood om oud ijzer” is. Voor wie geen echte wijnkenner is, geldt dat b.v. voor sekt en champagne, beide wijnen met bubbeltjes erin. Ver weg de meeste mensen, die geblinddoekt een glas ervan proeven, blijken niet in staat het verschil, veroorzaakt door een verschil in gebied van herkomst, vast te stellen.

Maar soms kan zo’n klein onderscheid aanleiding zijn tot een daverende ruzie. De laatste Duitse keizer, Wilhelm II,  liet op een Amerikaanse werf een vorstelijk jacht bouwen. Op 25 februari 1902 vond de tewaterlating van het fraaie schip plaats. De ceremonie van het aan een lang touw een fles wijn tegen de romp van het jacht te pletter te laten slingeren, werd verricht door Alice Roosevelt, dochter van de Amerikaanse president, met de woorden: ”In naam van de Duitse keizer doop ik je ‘Meteor’”. Zij gebruikte voor de doopplechtigheid, zoals vaak het geval was - maar tegen de afspraak in - een fles Franse champagne. En daarmee had je de poppen aan het dansen: een keizerlijk Duits jacht, gedoopt niet met ‘volkseigene’ sekt maar met champagne!  

Wat gezegd is over sekt en champagne geldt in onze dagen ook voor ‘hervormd’ en ‘gereformeerd’. Niet alleen zijn beide woorden gelijkluidend, ook het belangrijkste historische verschil van een hervormde kerk met een brede variatie aan opvattingen tegenover de eenduidigheid van een gereformeerde leer, is nu verdwenen. Ook op het gereformeerde erf kun je vandaag het hele patroon van fundamentalistisch orthodox tot louter vrijzinnig aantreffen.

Vergeten wordt nogal eens, dat zelfs bijna een eeuw geleden lokaal al op bepaalde percelen van het kerkelijk erf verschil in opvatting tussen hervormd en gereformeerd nauwelijks was te vinden. Dat gold voor mijn grootouders van moederszijde. Zij woonden in het dorpje Burgwerd, in de buurt van de stad Bolsward. Pake was hervormd. Hij behoorde tot “de grote kerk”. Bij zijn zondagse kerkgang hoefde hij maar in twee stappen het geelstenen stoepje voor zijn winkeltje over te steken om rechtsaf slaand binnen een afstand van vijftig meter voor de deur van zijn kerk te staan.

Beppe was gereformeerd. Zij was van A, wat betekende dat haar grootouders tot de “afgescheidenen” behoorden, niet te verwarren met de gereformeerden die Abraham Kuyper in zijn “doleantie” waren gevolgd. Die behoorden tot B en dat betekende in de ogen van die van A niet alleen een volgorde, maar ook een rangorde. In 1892 werden de kerken van Afscheiding en Doleantie gefuseerd. Van toen af aan was er formeel alleen maar meer sprake van één gereformeerde kerk, maar toch bleven in plaatsen met grote aantallen gereformeerden nog geruime tijd aparte kerken van A en B bestaan.

Beppe kerkte in de A-kerk in Bolsward en moest voor haar kerkgang elke week te voet zo’n drie kilometer afleggen om daar te komen. Op een keer zei haar predikant, dominee Polman, later hoogleraar in Kampen, tegen beppe: “Vrouw Dijkstra, ik stel het erg op prijs dat u elke zondag helemaal uit Burgwerd komt om onder mijn gehoor te zitten. Maar u moet er wel ver voor lopen. Bij u in Burgwerd staat in de hervormde kerk dominee Wumkes en die is zeker zo orthodox als ik. Daar kunt u ook gerust naar toe gaan.” Beppe heeft die aanwijzing nooit opgevolgd.

Bij het samengaan van de kerken van Afscheiding en Doleantie kozen een aantal van oorsprong afgescheiden plaatselijke gemeenten ervoor zelfstandig te blijven. Die gemeenten verenigden zich tot Christelijk Gereformeerde Kerk. Nu dreigt de geschiedenis zich te herhalen. Een aantal hervormde gemeenten wil samen als Nerderlands Hervormde Kerk blijven voortbestaan. Ook is het waarschijnlijk dat na 1 mei, als de fusie van drie kerkgenootschappen een feit is, er plaatsen zullen zijn waarin een hervormde en een gereformeerde gemeente, net als sommige kerken van A en B destijds, een latrelatie zullen aangaan.
 

Hervormd of gereformeerd, een verschil om spiritueel voor op de vuist te gaan?
Sekt of champagne, hervormd of gereformeerd, wat maakt het uit? Als er maar bubbeltjes in zitten!

Soest, 13 april 2003 

Wie is bang voor Harry en Klaas?
Column

Vroeger was het heel eenvoudig op het kerkelijk erf om met ketters om te gaan. Elke kerk beschikte over een tot in details beschreven belijdenis, een “voorzeide leer”. En wie in strijd daarmee handelde, was per definitie een ketter en werd in overeenstemming met de ernst van de ketterij gestraft. Maar waar blijft die “voorzeide leer” als er gezegd wordt dat “alles wat over ‘boven’ gezegd wordt van ‘beneden’ komt”?

Vandaag de dag is er bij de PKN geen sprake meer van in een algemeen aanvaarde belijdenis vastgelegde dogma’s. Veel van wat ooit bij de samengegane kerken aan belijdenissen is gehanteerd, is nu bijgezet in het ‘ museum van eerbiedwaardige documenten’. In dit losse verband is zelfs een plaats ingeruimd voor de Dordtse Leerregels, of wel De Vijf Artikelen tegen de Remonstranten.

Wat moet je dan aan met een Harry, die een boek heeft geschreven met de titel Het Algemeen Betwijfeld Christelijk Geloof, en een Klaas die zichzelf een atheïstische predikant noemt? Lichamelijk geweld behoort al lang niet meer tot de oorbare mogelijkheden. Wat resteert is schriftelijk tegen hen van leer te trekken en actie te voeren om deze ketters te ontslaan, om ze uit hun ambt te zetten. Maar Kuitert is al lang met emeritaat, het pensioen voor eerwaarde heren. Wat Hendrikse betreft krabt het moderamen van de PKN zich duchtig achter de oren over wat ze met hem aanmoeten.

Wat hebben beide eerwaarde heren nu eigenlijk misdaan? Ze hebben nagedacht over God, geloof en bijbel. Dat was immers ook hun vak. En de resultaten van dat nadenken hebben ze gepubliceerd. Kuitert heeft zelfs in een reeks van boeken zijn lezers ervan op de hoogte gehouden. Die uitkomsten spoorden niet met de gangbare kerkelijke opvattingen. Maar die waren dan ook al eeuwen geleden uitgekristalliseerd in geschriften, waarvan veel kerkgangers de namen niet meer zouden kunnen noemen. Die nieuwe gedachten verontrustten veel kerkleden, die er eigenlijk maar het liefst geen kennis van wilden nemen. “Waar blijven we?” Maar ze betekenden ook voor velen een opluchting. Die gedachtegang stemde goed overeen met hun eigen beleving, maar ze zouden die zelf nooit zo goed onder woorden kunnen brengen.

Nog voor er sprake was van een christelijke kerk, vlak na de dood van Jezus, was er onrust ontstaan onder de Joden. Zijn leerlingen gingen door met het vertellen van zijn opvattingen. Zelfs het hoogste Joodse orgaan, het Sanhedrin, vergaderde erover of ze maar niet het beste eraan deden die volgelingen van Jezus onschadelijk te maken. Maar een van de leden, de wijze geleerde Gamaliël, gaf het advies de zaak maar rustig aan te zien. Als die niet deugde, zou die vanzelf wel een eind vinden, maar als die goed was, waarom zou je je er dan zorgen over maken?

In een televisie-interview met professor Kuitert begon de gespreksleider met te vertellen dat zijn moeder hem had gevraagd tegen Kuitert te zeggen dat hij moest ophouden met zijn het geloof ondermijnende boeken. Dat bracht alleen maar onrust. Daarop richtte Kuitert zich tot haar, om haar gerust te stellen, met de opmerking dat ze maar moest denken: “Het is Kuitert maar die het zegt”. Nu is Kuitert op het kerkelijk erf niet de eerste de beste en in mindere mate geldt dat ook voor Hendrikse, maar waarom zouden we bang voor hen zijn? Het zijn immers gewoon Harry en Klaas?

Eit Algra

 

Terug naar 'Oud-docenten nu'